Asia through the eyes of me

Varanasi

Lieve mensen,

Ik heb mij heerlijk geinstalleerd in mijn luxe hotelkamer in Nepal.Nee, geen India… Ja, wel Indiase Bollywoodmuziek van de old school televisie naast mij. Wees niet bevreesd, ik hoop binnen een paar dagen weer terug te zijn in het India waar ik inmiddels een beetje verliefd op ben geworden. Waarom? Dat kan ik nog niet goed verklaren, evenals de vele andere dingen die ik in India heb gezien en meegemaakt. Juist dat is misschien de reden dat India mijn hart langzaam aan het stelen is.

Voor ik alles over Nepal ga vertellen - wat een hoop is - wil ik eerst beginnen met Varanasi.

Inmiddels is het bijna twee weken geleden dat ik mijn trein vond. Deze had geen tien uur vertraging, dus ik had er verstandig aan gedaan om op tijd naar het station te vertrekken. Een rit van zo’n 40 uur stond mij wachten, waar ik blijkbaar nog naar uit keek ook! Want ja, wil ik India ervaren, moet ik uiteraard ook de trein ervaren.

Ik was de enige blanke aan boord, en dat hadden de mensen in mijn wagon al gauw opgemerkt. De mensen keken geamuseerd naar mij toen ik mijn eerste maal begon te consumeren; te pittig, te vermakelijk! Uiteraard lieten deze lieve Indiers hun goede kant zien en leek er een heuze competitie te ontstaan in wie het beste voor mij kon zorgen in het geven van non-spicy food. Ik werd volgestopt met te zoete koekjes, een rauwe mango, heerlijke thuisgemaakte gerechten en bananen die ze door mijn gordijntje toestopten terwijl ik lag te slapen.


Veertig uur dezelfde ruimte delen zorgt voor een goede harmonie, en met name tijdens deze rit. We gingen immers naar dé heilige stad van India! De stad waar je als Hindoe wilt overlijden omdat je dan rechtstreeks naar de hemel gaat, de stad waar je gecremeerd wilt worden, de stad waar je een heilig bad wilt nemen in de rivier en waar je heilige tempels wilt bezoeken om God te aanbidden. De mensen genoten ervan om uitgebreid antwoord te geven op al mijn vragen. Ze straalden terwijl ze vertelden over het heilige water. Meerdere malen werd ik dan ook uitgenodigd om hen te vergezellen tijdens het nemen van een bad. Alhoewel ik graag met alle nieuwsgierigheid had toegekeken, koos ik ervoor naar een hostel te gaan. “Het water is niet vies, maar heilig” zeiden ze nog bij het afscheid. Er restte mij niets meer dan hen een gezegende tijd te wensen. Voor hen is het raar om te geloven dat Jezus uit een maagd is geboren en is opgestaan uit de dood, voor ons is het raar om te geloven dat een rivier vol met uitwerpselen en lijken heilig is. Het woord ‘geloof’ vind ik daarom ook een goed woord. En geloven blijft iets bijzonders. Geloven is geloven.

Goed, ik stapte dus uit de trein, werd zoals gewoonlijk zeer vriendelijk en lichtelijk opdringerig verwelkomt door een zevental tuk-tuk-drivers en begon mijn eerste onderhandelingen. Wat ben ik blij met internet! De afstand en de prijs had ik voor mijzelf al kortgesloten na enig research, nu nog een driver vinden die akkoord zou gaan. En ook dat vlotte. Wat voelde ik mij al een goede reiziger worden! En wat voelde ik mij lichtelijk bedreigd toen de driver mij op de plek van bestemming afzette, het hek nog dicht was en hij ineens de helft meer ging eissen. Zogenaamd iemand bellen en weglopen lijkt blijkbaar wel te helpen. En even voelde ik mij een bange reiziger.

Gelukkig waren er geen enge drivers binnen de hekken van het hostel. Ik ontmoette al snel leuk mede-reizigers en een uur later liep ik met een groepje door de straten om een paar heilige tempels te bezoeken en rituelen te zien. Bij de heiligste tempel was er zeer strenge controle. Een paar jaar geleden is er namelijk een aanslag geweest in een van de tempels. We moesten alles afgeven, ons registreren, tweemaal laten fouilleren en paspoorten laten controleren. Dit kostte letterlijk een uur, maar dat was de moeite ook waard. De tempel hing vol met bellen. Met je rechterhand mag je een zwieper aan de bel geven. Dit is een vorm van gebed. Ook offerden veel mensen zoetigheid en bloemen. Een deel daarvan mochten ze zelf houden. Ik vond het iets vredigs hebben

Na de meest belangrijkste tempels bezocht te hebben, zijn we naar de plek gegaan waar de mensen gecremeerd worden. We zochten al vragend onze weg door de smalle straatjes. Af en toe kwam er een groepje mannen voorbij met een lichaam op een houten brancard. We begonnen de eerste winkels tegen te komen waar je hout kon kopen, vervolges urnen en als laatst zagen we de rook aan het einde van de steegjes. We waren aangekomen bij de Ganges, de heilige rivier. Op dat moment waren er zo’n zeven crematies gaande. Er waren alleen manneijke familieleden bij. Deze mannen toonden nauwelijks hun emoties. Dat verbaasde mij, maar dat is blijkbaar omdat de emoties negatieve invloed kunnen hebben op de ziel van de overleden persoon. Een ogenblik vond ik het heel naar om daar te staan en te zien hoe de lichamen werden verbrand. Het voelde alsof ik in een totale andere realiteit was beland. Mijn hersenen hadden nog niet helemaal door waar ik was. En het was voor mij heel raar dat er koeien stonden en lagen bij de lichamen die werden verbrand. De as van de overledene wordt overigens uitgestrooid over de Ganges, of over het water in het zuidelijkste puntje van India. Ook vertelden mensen in de trein dat vrouwen die zwanger zijn of kinderen, niet verbrand mogen worden, maar met een steen om hun nek in het water worden gelaten. De overblijfselen van overledenen die later worden teruggevonden in de rivier, worden volgens ritueel schoongemaakt. Ook dat heeft een heilige betekenis.

Met een hoofd gevuld met teveel indrukken ben ik mijn bedje ingedoken en tegen vier uur opgestaan om tegen zonsopgang een tocht te beginnen over de Ganges. Ik vond het iets magisch hebben. Overal hoorde ik klokken en bellen luiden, mensen chanten en gebeden opzeggen. Ik vond het heel mooi om hun rituele met het vuur te zien in het donker. En ik kreeg bijna buikpijn van het lachen toen er voor mij onverwachts een yogaklas startte aan de kade met een lachsessie. En dit alles met een prachtige zonsopgang op de achtergrond.

Ik kan jullie zoveel meer vertellen over deze stad, maar ga jullie aanraden om er zelf een keer heen te gaan! En mijn verhalen over Nepal houden jullie nog teged.

Groetjes!

Isn't it ironic?

Precies twee weken geleden zat ik in het vliegtuig naar Bangalore. En precies twee weken geleden begonnen ook mijn darmpjes te beseffen dat ze in India waren. Het was voor mij dan ook erg fijn dat Anita mij al stond op te wachten op het vliegtuig met een flesje water. Ik hoefde niet in alle drukte en met forse buikkrampen mijn weg te zoeken. Anita is trouwens een vriendin van een vriendin die in Bangalore woont.

Na twee dagen kon ik weer wat eten verdragen en enigzins fatsoenlijk op mijn benen blijven staan. Ik heb vooral de westerse toerist uitgehangen: naar de shoppingmall geweest, koffie drinken bij de Starbucks, een paleis bezoeken en in een mooi park rondwandelen. Even geen gekke dingen dus. Het leuke was trouwens wel dat er in de shoppingmall een ruimte was waarin je kon ervaren hoe het is om blind te zijn. Uiteraard stond ik daar voorin in de rij. De blinde gids nam ons letterlijk bij de hand en probeerde zeer nauwkeurig te vertellen hoe of wat we moesten doen. Je begrijpt natuurlijk al dat deze halfblinde graag alles zelf wil ontdekken en het benauwd krijgt als iemand haar bij de hand neemt. Anderzijds zegt het denk ik wel iets over hoe men in India met blinden omgaat.

Inmiddels was ik half beter en in voor wat meer avontuur. Omdat Anita op vakantie ging moest ik afscheid nemen van alle luxe van haar huis en het spreken in mijn moedertaal. Ik ben bij een kennis uit Amerika gaan logeren. Zij leefde in een typisch Indiaas huisje waar drie keer daags het stroom uitvalt en de scooter voor de deur staat om zich te kunnen verplaatsen. Dat beviel mij wel, die scooter. Samen keneurden we rond tussen alle drukte om bijvoorbeeld naar het park te gaan om leuke mensen te ontmoeten en henna te scoren. Het viel mij op dat de Indiase mensen erg vriendelijk en gastvrij zijn. Een ongepland theebezoek kon ik daarom ook niet afslaan. En weer werd de gastvrijheid geuit in het geven van eten, wat ik overigens helemaal niet erg vind.

Inmiddels was ik weer helemaal opgeknapt en kon ik het aan om 12 uur te hobbelen in een nachtbus naar Ooty. Een groen plaatsje in het zuiden van India waar het en stukje koeler is. Hoe fijn?! Daar ontmoette ik Melissa uit Argentinie. Een jonge vrouw die al negen maanden op reis was om haar spirituele zoektocht ruimte te geven. Ik zou haar voor het gemak een boeddhist noemen. Een boeddhist die gaat voor supernatural. Haar uitnodiging om samen te gaan kamperen in the forest kon ik blijbkaar niet afslaan. En voor ik het wist hadden we ons tentje opgezet en een mooi kampvuurtje gemaakt. Onze tent stond aan de rand van een waterval. Een waterval met schoon en supernatural water. Ik kan dus zeggen dat ik in het water van India heb gezwommen! Enne... het zelfs had gedronken! ...Zonder ziek te worden overigens.

Toen we de volgende ochtend wakker werden en een bad in de waterval hadden genomen, zagen we echtpaar bambi die een kijkje kwam nemen wat er gaande was in hun rustige vallei.Toevallig pakte ik net mijn camera, zodat ik nu een leuk portretje van ze heb.

In de middag kwam er een groep studenten uit Bangalore om ons te vergezellen tijdens onze hike door the valley of silence. Ik heb mij verbaasd over hun inteligentie. Ik bedoel: vraagt de leider van hun groep - met zijn muziekboxjes in zijn hand op volumestand maximaal - of er ook een kans is dat we wilde dieren spotten? Wat denk je zelf met die herrie? Nog niet halverwege kwamen ze tot de conclussie dat het misschien verstandig was geweest om water mee te nemen. En tegen het einde belden ze maar een taxi omdat hun schoenen niet zo lekker liepen. En helemaal aan het einde verzuchtte de boedhistische Melissa dat ze al haar spirituele gaven was verloren door een middag op te trekken met dit soort mensen. En na afloop van de hele hike heb ik mijn bus moeten missen omdat de groep om de haverklap een selfie wilde maken met z'n allen. Wat heb je een verschil in mensen! En wat hechten die verschillende mensen verschillende waaarden aan verschillende dingen.

Een dag later dan gepland ben ik dus vertrokken. Naar Chennai. Ik kwam daar 14 uur later aan, op goede vrijdag. Chennai is net als Kolkata een stad waar veel Katholieken zijn. Toen ik naar het centrale treinstation ging om een treinkaartje te kopen, kwam ik een katholieke jongen tegen. Mozes was zijn naam. Mozes vertelde mij dat in Chennai de apostel Thomas is vermoord in het jaar 72. Samen zijn we naar de plek gegaan waar dat is gebeurd. Voor mij was dit een bijzondere plek om te zijn op goede vrijdag.

De volgende ochtend ben ik vroeg vertrokken naar Pondicherry, een franse kolonie. Ik ging daar vooral heen om een goed stuk steak te vinden. Helaas werd mijn zoektocht naar dat stuk vlees verruild voor een zoektocht naar een slaapplek. Alles was vol! En nadat ik eindelijk een plekje had gevonden, was mijn contant geld op en kon ik alleen nog maar wat Franse frietjes bestellen en de steak er bij fantaseren. (mijn pinpas doet het niet in alle automaten...)

Goed, ik heb een prima nachtje geslapen in een hotelkamer - waar de klamboe aanzienijk te kort was - en ben in de vroege morgen vertrokken naar Auroville. Auroville is een experiment waar mensen van verschillende nationaliteiten en religies samen leven. Het kenmerk van hun dorp is de gouden globe, waarbinnen je kan mediteren doormiddel van stil te zijn. Ze proberen zoveel mogelijk religiegekleurde tradities te vermijden. Ik moet nog maar eens wat nalezen over dat project, want voor mij bleef het een vage brei. Iets humanistisch, dat was het zeker!

Vanaf Auroville ben ik vertrokking in de richting van Chennai, weer terug naar de pek waar ik op goede vrijdag was dus. Onderweg ben ik gestopt in een plaatsje waar ze tempels hebben uitgesneden uit grotten en rotsen. Erg mooi! En erg toeristisch!

En nu ben ik weer terug in Chennai. Ik heb hier voor het laatst het traditionele ontbijt gegeten en ga over een paar uurtjes mijn trein zoeken naar Varanasi. Een reis van ruim anderhalve dag met allemaal gezellige Indiase mensen en Indiase hapjes.

O ja, en trouwens, nog even over mijn treinkaartje. Ik weet niet wat je beeld is over het gemiddels Indiase treinstation, maar dat is groot! En druk! En chaotisch! Ik ben al geslaagd in het scoren van mijn kaartje op dat station. Er is blijkbaar een speciale balie voor buitenlanders. Ik heb die kunnen vinden in gebouw 2, op verdieping 1. Ik moest mij legitimeren en formulierein invullen. Uiteraard kon ik daar niets van lezen en heb ik dat netjes uitgelegd en gevraagd of mevrouw het voor mij in wilde vullen. Dat kon niet. Dus vroeg ik of ze het dan wilde voorlezen, zodat ik het zelf kon proberen in te vullen. Ook dat wilde ze niet doen. Ze vroeg wel of ik het met blokleters wilde invullen. Toen ik mijn loep tevoorschijn toverde, mijn neus op het papier drukte en de blokletters wel erg groot maakte, gristte ze snel mijn papiertje weg en kon ze blijkbaar wel mijn gegevens invullen. Deze vrouw vroeg waarom ik alleen reisde, met zulke slechte ogen? Ik heb haar geprobeerd een goed antwoord te geven. Toen ik haar vriendelijk wilde vragen om een plaats bij het raam, zag ik haar al bijna letterlijk van haar stoel vallen! Tjsa, hoe moet ik uitleggen dat ik toch graag bij het raam wil zitten voor het uitzicht? Ik denk dat ik een passagier ben die ze niet snel zal vergeten. En stiekem hoop ik dat ze heeft gezien dat mensen met slechte ogen wel degelijk iets kunnen ondernemen in hun leven.

Ik groet jullie en hoop dat ik snel wat foto's op deze blog kan plaatsen!

Liefs,

Janneke

Mother Teresa House

Namaskar!
Mijn laatste paar uurtjes in Kolkata zijn aangebroken. Ik had nog een aantal dingen willen doen hier, maar ik kom vast ooit weer eens terug, misschien deze reis nog wel.
"De mens is er niet voor de sabbat, maar de sabbat is er voor de mens". Dit was een uitspraak die ik vroeger maar stom vond. Vandaag gebruik ik de sabbat om alle indrukken van afgelopen dagen een plekje te geven en afscheid te nemen van deze plek. Het verbaasd mij elke keer weer dat je tijdens reizen zo makkelijk van mensen kan gaan houden en het eigen voelt om met elkaar op te trekken.
Woensdagochtend heb ik afscheid genomen van de kinderen en de mensen die werken op de school. Het was goed om te gaan. Tijdens de week dat ik er was, besefte ik iedere dag meer dat ik ben opgegroeid in een cultuur waarin onafhankelijk zijn hoog in het vaandel staat. Je moet zoveel mogelijk zelf kunnen doen en als dat niet lukt, dan kan je dat uiteraard proberen eigen te maken door het te trainen. De cultuur hier lijkt behoorlijk anders in elkaar te steken. Het was voor mij fink omschakelen om de school binnen een andere context te plaatsen. Of beter gezegd: ik moet bekennen dat dat omschakelen (nog) niet zo goed gelukt is. Enige frustratie van mijn kant heb ik afgelopen week wel opgemerkt. Bijvoorbeeld: Waarom krijgen kinderen die zelfs meer zien dan ik hun lessen in braille? Ze kunnen toch leren lezen en schrijven? En brood smeren lijkt mij ook nog wel haalbaar voor iemand zonder visus. Het was mij al gauw duidelijk dat ik als kind een totaal ander leven had in vergelijking met de kinderen van hier. Of dat nu beter of slechter is, dat kan ik niet zeggen. Ik bedoel: ik vind deze cultuu en hoe ze met de kinderen omgaan iets moois hebben. Zij laten de kinderen bewust beschermt opgroeien, zodat zij in alle veiligheid kunnen werken aan hun zelfvertrouwen en zelfwaardering. Misschien dat die bescherming juist ook wel nodig is, vooral nadat ik hoorde dat sommige van de kinderen letterlijk op de school afgegeven zijn, nadat de ouders ervoor hebben gekozen dat ze niet voor hen gaan zorgen. Ik vond het hartverwarmend om te zien dat de kinderen hier met liefde en respect behandeld worden. Ik vond het pijnlijk om te beseffen dat het hebben van een visuele beperking in India veel nadelen heeft. En ik ben blij dat ik deze school mocht bezoeken.
Woensdag ben ik dus vertrokken. Ik had een gezellig hostel op het oog en was toe aan de volgende uitdaging. Deze uitdaging begon meteen goed. Toen ik net bij het adres van mijn hostel arriveerde, bleek het hostel namelijk tot aan de grond gemaakt te zijn. Het bestond niet meer! En wat moet je dan, zonder internet? Een schreeuwerige vrouw in een prachtige sari (Indiase jurk van een grote sjaal) zei dat het hostel laatst afgebroken was en dat ik naar het Mother Teresa House kon gaan, daar kon ik verblijven. Dus daar stond ik met mijn backpack voor de grote deur van het Mother house. Een vriendlijke non deed open, maar ook daar kon ik niet verblijven. Gelukkig had ook zij een goed advies. En ditmaal was het ook echt een goed advies! Het hostel waar ik nu ben, kan ik met recht bovenaan op mijn score lijstje zetten van de ruimste hostels die ik heb meegemaakt. Een beetje ruimte in een overvolle stad kon ik werd zeer door mij gewaardeerd. En dat op nog geen vier minuten lopen vanaf het Mother Teresa house. Ik kon het dan ook niet laten om mij meteen die middag in te schrijven voor vrijwilligerswerk. En dat heb ik de laatste dagen gedaan. Samen met een meisje uit Japan die tien jaar heeft gewoond in de buurt waar ik nu woon.
We hebben met de gehandicapte kinderen gewerkt in de ochtenden. In middag stond het huis van de stervende op ons programma. Gisteren was mijn laatste dag. Ik heb onder andere samen met een oude vrouw gekleurd. Daar zaten we naast elkaar. Ik die vijf woorden Bengaals kan en zij die geen woord Engels sprak. Ik die nieuwsgierig was naar haar levensverhaal en zij die hard nadacht over welke kleur zij de broek van de ridder zou geven.
De plek waar ik nu ben, is een plek die ik niet snel zal vergeten. Om zes uur in de ochtend ging ik naar de mis, daarna begaf ik mij half struikelend over de slapende straathonden naar het huis waar ik die ochtend tussen de nonnen mocht werken. Op de achtergrond hoorde ik het geluid van de moskee en ondertussen kringelde de zoete geur van wierook om ons heen van de Hinduburen. Kolkata is een stad waar je alle wereldreligies ontmoet, een stad die je haat of waarvan je houdt.
Ik duik mijn bedje in, want morgenvroeg mag ik mijn weg gaan zoeken naar het verre zuiden. Op naar Bangalore!
Lieve groet,
Janneke

Hap, hap?

Iedere morgen als ik de medewerkers en de leerlingen tegenkom, roepen ze enthousiast: Good morning sister! Ik voel mij hier meer dan welkom.

De gastvrijheid van de mensen uit zich in het voor je zorgen. Met name is dit te merken tijdens het eten. Naast dat ze er op staan dat ze mijn brood smeren, vraagt sister Hap of ze nog wat kan opscheppen. Wanneer ik zeg dat ik echt genoeg heb, kijkt ze me vragend en vriendelijk aan en zegt ze: Hap, hap? Ze bedoelt “Halve”. Maar een halve schep hoeft ook echt niet meer na haar vele opscheppen van daarvoor.

Ik heb het naar mijn zin, zit order de muggenbulten, vind onderweg koeienkwartet doen leuk, ben in de auto blij dat ik slechtziend ben en hou van de kinderen hier. De andere Nederlanders heb ik inmiddels uitgezwaaid en mis ik stiekem best wel een beetje. Het was een goede tijd samen.

Wat ik gedaan heb? Veel! Donderdag kwam ik aan en viel ik meteen met mijn neus in de boter. We hadden een cultuurochtend. Ik leerde mijn eerste Bengaalse woorden en zij trokken bedenkelijke gezichten bij het eten van de Hollandse drop. Ook heb ik de vouwblaadjes uit mijn backpack getrokken en hebben we tulpen gevouwen, zodat ze dat konden ervaren en voelen. Ik heb genoten van het contact.

In de middag werden we in de auto gepropt en zijn we op z’n Indiaas naar de papiermarkt gereden. Je hebt in India overal een markt voor. Na een overdosis aan braillepaper ingekocht te hebben, heb ik mijn ogen uitgekeken naar wat ik allemaal zag op straat en zijn we naar de sarimarket gegaan.

De volgende dag hadden we schoolreisje. Voor het eerst gingen alle leerlingen een middag varen. Er was een boot afgehuurd waar we met z’n allen op konden. Eenmaal op de boot, vroeg ik mij af hoe ze die kinderen vier uur lang konden vermaken, maar toen ik me dat net begon af te vragen, knalden de eerste Indiase booms al door speakers. Er was een heuse DJ ingehuurd en alle kinderen en medewerkers gingen helemaal los! Zelfs zo los, dat ook wij als stijve Hollanders niet meer still konden staan. Ik had het idee dat de kinderen echt de tijd van hun leven hadden. En ik vond het bijzonder dat we met zo veel blinden en slechtzienden gewoon door de straten konden lopen. Kinderen die soms letterlijk gedumpt zijn, waren nu heel zichtbaar! En hadden ook heel zichtbaar het grootste prezier!

Zaterdag zijn we naar de slums geweest om daar twee projecten te bezoeken. Bij het eerste bezoek konden we bij het maandelijkse debat aanschuiven. Het ging onder andere over plastic en hoe je het afval kan verminderen. Bij het tweede project meende ik dat ik voor het eerst in mijn leven een aardbeving aan het meemaken was. De trillingen en het kabaal leken te komen van de trein die drie meter naast mij langs denderde. Slechts de muur scheidde ons. Het blijkt dat het geen uitzondering is dat er af en toe een trein ontspoort en zo de slum inrijdt…

Trouwens, wist je dat je hier uitgelachen wordt als je met je bananenschil over straat loopt omdat je het fatsoen hebt om deze in de eerstvolgende prullenbak te gooien? De eerstvolgende prullenbak laat namelijk lang op zich wachten. De prullenbakken worden steeds weggehaald door de mensen van de slums. Deze zijn blijkbaar ook heel bruikbaar voor andere doeleinden en vuilnis op de straat is ook niet de grootste ramp… behalve dan dat de ratten daar een voedzaam maaltje kunnen vinden.

Trouwens, die Indiërs vinden het maar raar dat wij koeien op een grasland zetten en daar een draadje omheen spannen. Dat koeien heilig zijn begint overigens langzaam af te nemen hier. Mijn kwartet krijg ik daarom ook niet iedere dag compleet.

En o ja, als je een overtreding begaat, moet je of de agent afkopen of opgesloten in het boevenverzamelbusje wachten totdat hij volgeladen is met medeboeven en hij afgevoerd kan worden naar het politiebureau.

Ik zit vol met nog veel meer indrukken en bijzondere feitjes, maar ga nog even genieten van de vrolijke kindergeluidjes om mij heen voordat ik verder ga met mijn plannen voor vandaag.

Ta ta!

Lees mee - reis mee

Lieve mensen,

De Hollandse regen tikt gezellig tegen het raam terwijl ik mij vermaak met mijn laptop op schoot in een kamer bezaaid met zonnebrandcrème, zonnebrillen en zomerkleding. Heel wat kilometers verderop is het over de dertig graden. En heel wat kilometers verderop hoop ik zaterdagochtend gezond en wel met beide benen op de grond te staan. Op naar India! …En naar Thailand! … En naar Singapore!

Veel mensen gaan naar Azië om op zoek te gaan naar zichzelf. Ik ben er stellig van overtuigd dat ik mijzelf de eerste dag al tegen ga komen. Dus op mijn verlanglijstje staat de zoektocht naar de ander.

Mijn reis begint met the school for the blind in de stad Kolkata. Daar word ik gekoppeld aan een blinde studente en trekken we tien dagen samen op. De tijd dat ik (en wij) er zijn, zijn vol gepland met activiteiten om zoveel mogelijk kennis en ervaringen uit te wisselen. Waar ik vooral benieuwd naar ben, is hoe hun dagelijks leven eruit ziet, wat zij belangrijk vinden en bovenal waar zij van dromen. Uiteraard ben ik ook zeer benieuwd naar hoe de Indiase blinden en slechtzienden hun weg vinden in een stad vol chaos. En stiekem ook hoe ik dat ga doen.

De eerstvolgende bestemming na het bezoek aan de school heb ik nog niet duidelijk, dus dat lezen jullie vast over een maandje. Wel is bekend dat ik de maand mei een vriendin van de middelbare school ga bezoeken in Thailand en meedraai op het project waar ze werkt.

Leuk dat je de verhalen wilt lezen. En misschien nog leuker om af en toe ook wat van jullie te horen. Een goede tijd en veel leesplezier!

En o ja, via deze weg wil ik jullie heel erg enorm onwijs verschrikkelijk bedanken voor al het doneren! We zitten ruim over het bedrag en kunnen daarom nog een ander project ondersteunen of een extra jongere voor een langere periode sponsoren. Daar gaan we in India nog even over steggelen. Ik houd jullie op de hoogte!

Lieve groet,

Janneke