Namaskar!
Mijn laatste paar uurtjes in Kolkata zijn aangebroken. Ik had nog een aantal dingen willen doen hier, maar ik kom vast ooit weer eens terug, misschien deze reis nog wel.
"De mens is er niet voor de sabbat, maar de sabbat is er voor de mens". Dit was een uitspraak die ik vroeger maar stom vond. Vandaag gebruik ik de sabbat om alle indrukken van afgelopen dagen een
plekje te geven en afscheid te nemen van deze plek. Het verbaasd mij elke keer weer dat je tijdens reizen zo makkelijk van mensen kan gaan houden en het eigen voelt om met elkaar op te trekken.
Woensdagochtend heb ik afscheid genomen van de kinderen en de mensen die werken op de school. Het was goed om te gaan. Tijdens de week dat ik er was, besefte ik iedere dag meer dat ik ben
opgegroeid in een cultuur waarin onafhankelijk zijn hoog in het vaandel staat. Je moet zoveel mogelijk zelf kunnen doen en als dat niet lukt, dan kan je dat uiteraard proberen eigen te maken door
het te trainen. De cultuur hier lijkt behoorlijk anders in elkaar te steken. Het was voor mij fink omschakelen om de school binnen een andere context te plaatsen. Of beter gezegd: ik moet bekennen
dat dat omschakelen (nog) niet zo goed gelukt is. Enige frustratie van mijn kant heb ik afgelopen week wel opgemerkt. Bijvoorbeeld: Waarom krijgen kinderen die zelfs meer zien dan ik hun lessen in
braille? Ze kunnen toch leren lezen en schrijven? En brood smeren lijkt mij ook nog wel haalbaar voor iemand zonder visus. Het was mij al gauw duidelijk dat ik als kind een totaal ander leven had
in vergelijking met de kinderen van hier. Of dat nu beter of slechter is, dat kan ik niet zeggen. Ik bedoel: ik vind deze cultuu en hoe ze met de kinderen omgaan iets moois hebben. Zij laten de
kinderen bewust beschermt opgroeien, zodat zij in alle veiligheid kunnen werken aan hun zelfvertrouwen en zelfwaardering. Misschien dat die bescherming juist ook wel nodig is, vooral nadat ik
hoorde dat sommige van de kinderen letterlijk op de school afgegeven zijn, nadat de ouders ervoor hebben gekozen dat ze niet voor hen gaan zorgen. Ik vond het hartverwarmend om te zien dat de
kinderen hier met liefde en respect behandeld worden. Ik vond het pijnlijk om te beseffen dat het hebben van een visuele beperking in India veel nadelen heeft. En ik ben blij dat ik deze school
mocht bezoeken.
Woensdag ben ik dus vertrokken. Ik had een gezellig hostel op het oog en was toe aan de volgende uitdaging. Deze uitdaging begon meteen goed. Toen ik net bij het adres van mijn hostel arriveerde,
bleek het hostel namelijk tot aan de grond gemaakt te zijn. Het bestond niet meer! En wat moet je dan, zonder internet? Een schreeuwerige vrouw in een prachtige sari (Indiase jurk van een grote
sjaal) zei dat het hostel laatst afgebroken was en dat ik naar het Mother Teresa House kon gaan, daar kon ik verblijven. Dus daar stond ik met mijn backpack voor de grote deur van het Mother house.
Een vriendlijke non deed open, maar ook daar kon ik niet verblijven. Gelukkig had ook zij een goed advies. En ditmaal was het ook echt een goed advies! Het hostel waar ik nu ben, kan ik met recht
bovenaan op mijn score lijstje zetten van de ruimste hostels die ik heb meegemaakt. Een beetje ruimte in een overvolle stad kon ik werd zeer door mij gewaardeerd. En dat op nog geen vier minuten
lopen vanaf het Mother Teresa house. Ik kon het dan ook niet laten om mij meteen die middag in te schrijven voor vrijwilligerswerk. En dat heb ik de laatste dagen gedaan. Samen met een meisje uit
Japan die tien jaar heeft gewoond in de buurt waar ik nu woon.
We hebben met de gehandicapte kinderen gewerkt in de ochtenden. In middag stond het huis van de stervende op ons programma. Gisteren was mijn laatste dag. Ik heb onder andere samen met een oude
vrouw gekleurd. Daar zaten we naast elkaar. Ik die vijf woorden Bengaals kan en zij die geen woord Engels sprak. Ik die nieuwsgierig was naar haar levensverhaal en zij die hard nadacht over welke
kleur zij de broek van de ridder zou geven.
De plek waar ik nu ben, is een plek die ik niet snel zal vergeten. Om zes uur in de ochtend ging ik naar de mis, daarna begaf ik mij half struikelend over de slapende straathonden naar het huis
waar ik die ochtend tussen de nonnen mocht werken. Op de achtergrond hoorde ik het geluid van de moskee en ondertussen kringelde de zoete geur van wierook om ons heen van de Hinduburen. Kolkata is
een stad waar je alle wereldreligies ontmoet, een stad die je haat of waarvan je houdt.
Ik duik mijn bedje in, want morgenvroeg mag ik mijn weg gaan zoeken naar het verre zuiden. Op naar Bangalore!
Lieve groet,
Janneke